Bovenwettelijke vakantiedagen in de bouw
Als HR-professional, directeur of teamleider in de bouw weet je dat heldere communicatie over arbeidsvoorwaarden de basis is van goed werkgeverschap. Toch zorgen de regels rondom bovenwettelijke vakantiedagen vaak voor verwarring. Vragen als “Hoeveel extra dagen heb ik nu echt?” en “Wanneer vervallen mijn opgespaarde dagen?” komen je vast bekend voor. Onjuiste of onduidelijke informatie kan leiden tot misverstanden en een slordige planning.
In dit kennisbankartikel leggen we uit wat bovenwettelijke vakantiedagen in de bouw precies zijn, wat de cao bouw & infra hierover zegt en – belangrijker nog – hoe je deze complexe materie helder communiceert naar je personeel. Een correcte aanpak zorgt voor duidelijkheid en vertrouwen.
Wat zijn bovenwettelijke vakantiedagen?
Om de regels goed uit te leggen, moet je zelf het onderscheid scherp hebben. Iedere werknemer in Nederland heeft recht op een wettelijk minimum aantal vakantiedagen. Dit is vier keer de wekelijkse arbeidsduur. Voor een fulltime medewerker komt dit neer op 20 vakantiedagen per jaar.
Bovenwettelijke vakantiedagen zijn alle verlofdagen die je extra krijgt bovenop dit wettelijke minimum. Deze extra dagen zijn vastgelegd in de cao, je arbeidscontract of een bedrijfsreglement. In een veeleisende sector als de bouw zijn deze dagen geen luxe, maar een standaard onderdeel van de arbeidsvoorwaarden om voldoende hersteltijd te garanderen.
De cao bouw & infra vakantieregeling
De bouwnijverheid kent via de cao bouw & infra een duidelijke vakantieregeling. Werknemers van 18 jaar en ouder hebben recht op minimaal 25 vakantiedagen per jaar, die zijn opgebouwd uit:
- 20 wettelijke vakantiedagen
- 5 bovenwettelijke vakantiedagen
Daarnaast zijn er roostervrije dagen (ATV-dagen) afgesproken. Bouwplaatsmedewerkers ontvangen er 20 per jaar, terwijl UTA-werknemers er 15 krijgen. Hoewel dit ook vrije dagen zijn, vallen ze technisch gezien buiten de vakantiedagenregeling. De complexiteit van het extra verlof in de bouwsector wordt vergroot door de koppeling met het tijdspaarfonds. Een deel van het vakantiegeld en de bovenwettelijke dagen wordt hierin gestort. Dat vereist een correcte administratie en duidelijke uitleg over de loonstrook.
De belangrijkste verschillen op een rij
De verschillen tussen wettelijke en bovenwettelijke dagen zijn belangrijk voor de planning en administratie. Dit zijn de hoofdpunten:
Vervaltermijn
Wettelijke vakantiedagen vervallen al zes maanden na het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd, meestal per 1 juli. Bovenwettelijke vakantiedagen blijven aanzienlijk langer geldig: vijf jaar na het opbouwjaar.
Volgorde van opnemen
Een medewerker neemt altijd eerst de vakantiedagen op met de kortste houdbaarheid. Dit betekent dat de wettelijke dagen als eerste van het saldo worden afgeschreven.
Uitbetalingsmogelijkheden
Wettelijke vakantiedagen mag je tijdens een dienstverband niet uitbetalen. Dit mag alleen bij uitdiensttreding. Bovenwettelijke vakantiedagen mogen in onderling overleg wel worden uitbetaald.
Opbouw tijdens ziekte
Tijdens ziekte loopt de opbouw van wettelijke vakantiedagen volledig door. Voor bovenwettelijke dagen is dit afhankelijk van de cao. In de cao bouw & infra is geregeld dat ook deze dagen tijdens ziekte worden opgebouwd.
Hoe leg je de regels helder uit aan je medewerkers?
Een goede uitleg voorkomt onnodige vragen en onduidelijkheid. Vertaal het HR-jargon naar begrijpelijke taal voor iedereen op de werkvloer.
- Begin met het totaalbeeld: Start je uitleg met het totale aantal dagen. Bijvoorbeeld: “Je hebt recht op 25 vakantiedagen. 20 daarvan zijn wettelijk verplicht, de andere 5 zijn extra dagen vanuit de cao.”
- Vermijd jargon en geef voorbeelden: Spreek over “extra vakantiedagen” in plaats van “bovenwettelijke dagen”. Maak het concreet: “Van je openstaande saldo zijn 2 dagen wettelijk. Die moet je voor 1 juli opnemen. De overige 3 zijn extra dagen die je nog een paar jaar kunt bewaren.”
- Leg het ‘waarom’ uit: Beleid wordt beter begrepen als de reden erachter duidelijk is. Leg uit dat de korte vervaltermijn van wettelijke dagen bedoeld is om rust te stimuleren, terwijl de extra dagen meer flexibiliteit bieden.
- Gebruik beschikbare tools: Zorg dat medewerkers hun vakantiesaldo zelf kunnen inzien. Moderne HR-administratie software biedt portals waarin het onderscheid tussen de verschillende dagen helder wordt weergegeven.
Praktische tips voor HR en leidinggevenden
Een proactieve aanpak helpt om het vakantiebeleid soepel te laten verlopen.
- Communiceer proactief: Stuur in het voorjaar een herinnering over de naderende vervaldatum van wettelijke vakantiedagen. Zo voorkom je dat medewerkers dagen verliezen.
- Plan collectieve vrije dagen: Communiceer de data van de bouwvakantie en andere collectieve sluitingsdagen zo vroeg mogelijk. Wees duidelijk over welke dagen van het vakantietegoed worden afgeschreven.
- Leg alles vast: Zorg voor een toegankelijk personeelsreglement waarin de vakantieregels, de aanvraagprocedure en de vervaltermijnen duidelijk zijn omschreven.
De uitdagingen voor HR
De complexiteit van de vakantiedagen vraagt om specialistische kennis en een correct ingericht softwaresysteem. Voor organisaties zonder diepgaande expertise kan interim HR-ondersteuning of HR-consultancy een uitkomst bieden. Specialisten met kennis van HR in de bouw zorgen voor een vlekkeloze administratie en tevreden medewerkers.
Het correct beheren en communiceren van bovenwettelijke vakantiedagen is een teken van goed werkgeverschap. Het zorgt voor vertrouwen en duidelijkheid in een sector waar goed personeel onmisbaar is.
Heb je hulp nodig om de vakantieregeling binnen jouw organisatie te stroomlijnen of wil je de communicatie naar je medewerkers verbeteren? Neem contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek.
Kennismaken?
Heb je interesse of vragen? Neem dan contact met ons op!