Vervallen van vakantiedagen na afloop van een jaar onwettig
Vervallen van vakantiedagen na afloop van een jaar onwettig
03 december 2017
Het einde van het jaar is weer in zicht. Werkgevers die er voor gekozen hebben om in de arbeidsovereenkomst te laten opnemen dat vakantiedagen vervallen na afloop van het jaar, doen er verstandig aan dit te heroverwegen. Het anti-oppotbeding is namelijk niet rechtsgeldig.
Vervallen van vakantiedagen na afloop van een jaar onwettig
Wergevers nemen een risico wanneer ze een bepaling in de arbeidsovereenkomst opnemen die stelt dat vakantiedagen of een deel daarvan aan het einde van het jaar van opbouw vervallen. Het, in het contract opgenomen beding, regelt dat de vakantiedagen direct na afloop van het jaar van opbouw vervallen. Als een werknemer die vakantiedagen niet in het jaar van opbouw opneemt, is hij ze dus kwijt. Op deze manier voorkomt een werkgever dat er een verlofstuwmeer ontstaat.
Dit zogeheten anti-oppotbeding is alleen niet rechtsgeldig.
Werknemers zullen niet snel een zaak beginnen over een anti-oppotbeding, maar doen ze dit wel dan staat een werkgever juridisch gezien niet sterk.
Verstandig is het dus om te kijken naar andere manieren om een verlofstuwmeer te voorkomen.
Een werkgever kan bijvoorbeeld verplichte vrije dagen aanwijzen. Een verplichte vakantiedag of vakantieperiode afspreken, mag alleen als deze mogelijkheid in de cao of arbeidsovereenkomst is opgenomen. Zijn hierover geen afspraken gemaakt en wil de werkgever dit wel invoeren, dan heeft hij hiervoor toestemming nodig van de ondernemingsraad. Is er geen OR, dan zullen de werkgever en de werknemer er onderling uit moeten komen.
Wettelijke vakantiedagen
De wet geeft elke werknemer per jaar minimaal recht op vier weken doorbetaalde vakantie. Bij een werkweek van veertig uur heeft uw werknemer dus ten minste recht op 160 uur of 20 dagen doorbetaalde vakantiedagen. Dit zijn je wettelijke vakantiedagen. Wettelijke vakantiedagen kunnen niet vroegtijdig vervallen of verjaren.
De vakantiewetgeving bepaalt dat wettelijke vakantiedagen niet eerder dan een half jaar na het kalenderjaar van opbouw vervallen. In de cao of arbeidsovereenkomst kan alleen in het voordeel van een werknemer van deze termijn van zes maanden worden afgeweken. Een kortere vervaltermijn is dus onwettig. Wettelijke vakantiedagen die een werknemer niet heeft opgenomen, mag een werkgever niet uitbetalen. Alleen aan het eind van het contract is dit toegestaan.
Bovenwettelijke vakantiedagen
Bij de meeste werkgevers hebben werknemers dus recht op meer dan 20 vakantiedagen. Gebruikelijk is vaak dat er tussen de 23 en 25 vakantiedagen zijn. Dit wordt dan bijvoorbeeld in de cao vastgelegd. Alle dagen die een werknemer extra, dus bovenop de wettelijke 20 dagen krijgt, zijn de ‘bovenwettelijke’ vakantiedagen. Deze bovenwettelijke vakantiedagen hebben een verjaringstermijn van 5 jaar na afloop van het opbouwende jaar. Een kortere geldigheidsduur afspreken is niet toegestaan bij bovenwettelijke vakantiedagen. Wel mag de werkgever in overleg bovenwettelijke vakantiedagen tussentijds uitbetalen.
Kennismaken?
Heb je interesse of vragen? Neem dan contact met ons op!